Target gehaald, toch geen aanspraak op bonus

De Rechtbank Amsterdam (vindplaats via Rechtspraak.nl: ECLI: NL RBAMS: 2013:4772) heeft onlangs een opmerkelijke uitspraak gedaan over de aanspraak op een bonus van een werknemer. Ondanks het feit dat hij volgens de afgesproken bonusregeling zijn target had behaald kon een werknemer geen aanspraak maken op een bonusuitkering, aldus de rechtbank Amsterdam.

Op de arbeidsovereenkomst van de werknemer is een variabele bonusregeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat de directie de vereisten om aanspraak te maken op een bonus jaarlijks kan vaststellen, en dat zij het recht voorbehoudt om van deze regeling af te wijken.

De werknemer heeft aan de gestelde vereisten om aanspraak te maken op zijn bonus voldaan. Desondanks besloot de werkgever hem geen bonus uit te keren, vanwege de slechte financiële positie waarin het bedrijf verkeerde, en deed daarbij een beroep op bovenstaande regeling. De werknemer was het niet met deze beslissing eens, mede gezien het feit dat andere medewerkers wel een bonus van de werkgever hadden gekregen. De werkgever reageerde hierop door te stellen dat slechts enkele medewerkers een bonus hebben ontvangen, vanwege uitzonderlijke geleverde prestaties van de medewerkers. De werknemer zou niet zodanig uitzonderlijk gepresteerd hebben dat hij in aanmerking kwam voor een bonus.

De kantonrechter stelt allereerst vast dat de directie het recht heeft om in individuele gevallen af te wijken van de bonusregeling die in de arbeidsovereenkomst staat. De directie heeft bij het toekennen van een bonus een zogenaamde discretionaire bevoegdheid, die wordt begrensd door de redelijkheid en billijkheid. Dit betekent dat de directie de vrijheid heeft om zelf te bepalen of van de bonusregeling mag worden afgeweken.

De kantonrechter vindt dat de directie met haar besluit om af te wijken van de bonusregeling de grenzen van haar discretionaire bevoegdheid niet heeft overschreden. Daarbij acht de kantonrechter het van belang dat de werkgever al jaren verlies lijdt, en dat zij op de rand van faillissement stond. Verder had de ondernemingsraad in een advies aangegeven, vanwege de slechte financiële situatie van de werkgever, het nut en de noodzaak te zien van diverse maatregelen, waaronder het aanpassen van de arbeidsvoorwaarden er één van was. De werkgever heeft dus terecht besloten om geen bonus uit te keren aan de werknemer. Dat de werkgever een aantal medewerkers wel een bonus heeft toegekend maakt dat niet anders.

Al met al een opvallende uitspraak, alleen al vanwege het feit dat de onderbouwing van de werkgever om geen bonus uit te keren aan de werknemer (de financiële malaise van het bedrijf), ook opgaat voor de medewerkers die wel een bonus van de werkgever hebben ontvangen.  Echter, gezien het bijzondere feitencomplex van deze kwestie, kan niet in zijn algemeenheid worden aangenomen dat werkgevers op grond van deze uitspraak mogen afwijken van de hoofdregel dat werkgevers zich in beginsel moeten houden aan de overeengekomen bonusregeling. In beginsel geldt afspraak is afspraak. 

Gepubliceerd sep. 2013
Geschreven door: Aernout Zappey