Noodzaak statutenwijziging in verband met gewijzigde tegenstrijdig belang regeling
Bijna een jaar na de invoering van de Flex-B.V. is er nog altijd een groot aantal besloten vennootschappen dat haar statuten nog niet aan de nieuwe regelgeving heeft aangepast. Toch is dit in veel gevallen verstandig. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de situatie waarin het tegenstrijdig belang in de statuten is weggeschreven volgens het “oude”recht, omdat deze statutaire regeling niet langer doel treft.
Met de “nieuwe” regeling is het mogelijk geworden om meer zaken zelf bij de statuten te regelen en daarmee af te wijken van het wettelijk kader. Voorbeelden hiervan zijn de plaats van de aandeelhoudersvergadering, afwijking van de evenredigheid van het stemrecht en de besluitvorming bij een tegenstrijdig belang.
De “nieuwe” tegenstrijdig belangregeling is neergelegd in artikel 2:129/239 lid 6 BW. Tegelijkertijd is de “oude” tegenstrijdig belangregeling ex artikel 2:146/256 BW komen te vervallen. Een tegenstrijdig belang van een bestuurder met het belang van de vennootschap leidt niet meer tot vertegenwoordigingsonbevoegdheid, maar in de plaats daarvan mag die bestuurder niet aan de besluitvorming deelnemen. De tegenstrijdig belangregeling wordt hiermee een interne kwestie.
Op grond van artikel 2:129/239 lid 6 BW dient het bestuursbesluit door de raad van commissarissen (hierna: “RvC”) te worden genomen indien er binnen het bestuur geen besluit meer kan worden genomen doordat de bestuurder(s) als gevolg van een tegenstrijdig belang geen besluit kan/kunnen nemen. Voor de RvC geldt een vergelijkbare tegenstrijdig belangregeling als die voor bestuurders, welke is neergelegd in artikel 2:140/250 lid 5 BW. Bij gebreke van een RvC of indien de commissarissen (ook) een tegenstrijdig belang hebben, dient het besluit te worden genomen door de Algemene Vergadering. Van besluitvorming door de Algemene Vergadering kan bij statutaire regeling worden afgeweken.
Uit het bovengenoemde wettelijk kader volgt dat afwijking van de wettelijke regeling slechts mogelijk is indien alle bestuurders en commissarissen “besmet” zijn door het tegenstrijdig belang.
Bij vennootschappen met maar één bestuurder (en zonder RvC) is het verstandig om het tegenstrijdig belang in de statuten weg te schrijven zodat de bestuurder ook besluiten kan nemen in geval van een tegenstrijdig belang. De besluitvorming ligt anders bij de Algemene Vergadering indien het tegenstrijdig belang niet in de statuten is weggeschreven. Dit is vaak een onwenselijke situatie. Het wegschrijven houdt in dat in de statuten wordt bepaald dat indien de bestuurder een tegenstrijdig belang heeft hij toch, in plaats van de Algemene Vergadering, bevoegd is het besluit te nemen.
Gelet op het vorengaande is het verstandig uw statuten door een van onze specialisten te laten nakijken. Wij hebben bovendien goede contacten met notariskantoren ingeval uw statuten moeten worden gewijzigd.