Ontslag op staande voet; wanneer houdt het stand?

Art. 7:678 lid 2 BW geeft een opsomming van omstandigheden die een dringende redenen voor een ontslag op staande voet van een werknemer kunnen vormen. Het woord kunnen impliceert dat niet op voorhand vaststaat dat een dringende reden gegeven is en daarmee dus of een ontslag op staande voet van een werknemer stand houdt.

De werkgever die wegens (een) dringende reden(en) een werknemer op staande voet ontslaat heeft de stelplicht en de bewijslast van de aanwezigheid van de dringende reden(en). Daarnaast dient de werkgever onverwijld op te zeggen en de gelijktijdige mededeling daarvan aan de werknemer te doen waarbij het van belang is dat wordt benadrukt dat, indien er meerdere dringende redenen aan het ontslag op staande voet ten grondslag worden gelegd, iedere reden voor zich een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Ook in de schriftelijke bevestiging van het ontslag op staande voet is het van belang dat te benadrukken.

Of de aan door werkgever opgegeven dringende reden(en) het ontslag op staande voet rechtvaardig(t)(en) is vervolgens een tweede vraag. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat – om te beoordelen of de dringende reden(en) die de werkgever aan een ontslag op staande voet ten grondslag heeft gelegd ook daadwerkelijk een ontslag op staande voet rechtvaardig(t)(en) – alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, moeten worden afgewogen, zoals de aard en de ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, de aard van de dienstbetrekking, de duur daarvan en de wijze waarop de werknemer die dienstbetrekking heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben. In het kader hiervan is het aan te bevelen dat de werkgever de werknemer vooraf hoort alvorens tot ontslag op staande voet over te gaan. Het vooraf horen van een werknemer is geen geldigheidsvereiste maar het achterwege laten kan een werkgever duur komen te staan indien een werknemer in rechte vervolgens een beroep doet op omstandigheden met als gevolg dat wordt geoordeeld dat er geen dringende reden(en) is (zijn) die het ontslag op staande voet rechtvaardigen. Dit risico is voor de werkgever. Door een werknemer wel vooraf te horen biedt dit de werkgever ook de mogelijkheid om hier rekening mee te houden bij de formulering van de schriftelijke bevestiging van het ontslag op staande voet.

Het arrest in kort geding van 11 juni 2013 van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2013:CA2953) maakt nog eens duidelijk dat voornoemde vereisten waaronder het kunnen onderbouwen van de aan het ontslag op staande voet ten grondslag gelegde dringende reden(en) door middel van bewijs, van groot belang is wil een ontslag op staande voet stand houden.

In voornoemde kwestie had de werkgever uiteenlopende dringende redenen ten grondslag gelegd aan het door hem gegeven ontslag op staande voet van zijn werknemer. Zo had de werkgever als dringende reden opgegeven dat werknemer eigendommen van de werkgever zonder diens toestemming had meegenomen, reden genoeg volgens de werkgever om de werknemer op staande voet te ontslaan. Het arrest maakt echter weer eens duidelijk dat indien de werknemer een dergelijk verwijt betwist het dan aan de werkgever is om te bewijzen dat de werknemer eigendommen van werkgever zonder zijn toestemming heeft meegenomen. Iets wat in de praktijk voor werkgever vaak nogal eens lastig blijkt te zijn.

Een andere dringende reden die door werkgever aan het ontslag op staande voet ten grondslag werd gelegd was dat werknemer naar de mening van werkgever onterecht geen werkzaamheden voor werkgever had verricht nu hij concludeerde dat werknemer, die ziek gemeld was en onder begeleiding van de arbo-arts stond, wel belastbaar was. Het Gerechtshof maakt hier korte metten mee en geeft aan dat het niet aan de werkgever is om te beoordelen of een werknemer wel of niet (geheel of gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. Het is nog altijd aan de arbo-arts om te beoordelen of een werknemer wel of niet kan werken; kortom met behulp van een oordeel van de arbo-arts had de dringende reden in dit geval wellicht kunnen worden onderbouwd. Nu deze ontbreekt wordt ook deze opgegeven dringende reden niet aangenomen.

Conclusie: als je als werkgever een werknemer op staande voet wilt ontslaan bedenk dan goed dat dit niet zomaar kan en dat er bepaalde vereisten gelden wil een ontslag op staande voet stand houden.

Heeft u vragen over bijvoorbeeld of een ontslag op staande voet mogelijk is c.q. stand zal houden neem dan contact op met één van onze arbeidsrechtspecialisten.

Gepubliceerd Aug. 2013
Geschreven door: Aernout Zappey