De oproepkracht; recht op een dubbele beloning?

Iedere keer dat een oproepkracht wordt opgeroepen heeft hij recht op een gegarandeerde beloning van minimaal 3 uur loon. Hiervoor dient dan wel te worden voldaan aan één van de twee onderstaande voorwaarden:

  1. de oproepkracht (werknemer) en werkgever zijn een arbeidsomvang van minder dan 15 uur per week overeengekomen en de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht niet zijn vastgelegd, dan wel;
  2. de omvang van de arbeid is niet of niet eenduidig vastgelegd.

Van deze voorwaarden kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.

De vraag is hoe hier mee dient te worden omgegaan, als een oproepkracht meerdere keren op een dag voor een periode van telkens minder dan drie uur wordt opgeroepen? Heeft een werknemer dan recht op loon m.b.t. elke periode van minder dan drie uur waarvoor de werknemer is opgeroepen, ook als dit in sommige gevallen leidt tot dubbele uitbetaling van bepaalde tijdvakken? Deze vraag is inmiddels door de Hoge Raad beantwoord (HR 3 mei 2013, LJN BZ2907).

De casus

Werkneemster (oproepkracht) is als taxichauffeur in dienst van werkgever, voor 12 uur per week zonder vastlegging van werktijden. Haar werkzaamheden betreffen het rijden van vaste schoolroutes en losse ritten op oproep. Werkneemster vordert betaling van achterstallig loon op de grond dat ingevolge art. 7:628a BW voor iedere aaneengesloten periode waarin zij heeft gereden tenminste drie uur loon verschuldigd zou zijn, ongeacht de duur van de rit en de tijd tussen de verschillende ritten.

Ter onderbouwing van haar vordering verwijst werkneemster naar een dag met het volgende rooster waarbij zij stelt dat zij voor iedere onderstaande oproep recht had op uitbetaling van drie uur:

–          Van 7:50 tot 10:20 uur                       (werktijd = 2 uur en 30 minuten)

–          Van 10:35 tot 11:05 uur                     (werktijd = 30 minuten)

–          Van 11:35 tot 12:05 uur                     (werktijd = 30 minuten)

–          Van 14:05 tot 14:50 uur                     (werktijd = 45 minuten)

–          Van 15:45 tot 17:50 uur                     (werktijd = 2 uur en 5 minuten)

–          Van 19:15 tot 20:25 uur                     (werktijd = 1 uur en 10 minuten)

                                                                      Werktijd in totaal: 7 uur en 30 minuten

Werkneemster vordert met betrekking tot de 7 uur en 30 minuten die zij daadwerkelijk heeft gewerkt 18 uur aan loon uitbetaling. De werkgever verweerde zich tegen deze vordering omdat toewijzing van de vordering door werknemer zou leiden tot dubbele uitbetaling van bepaalde tijdvakken. In dat geval gaat immers iedere keer de teller van ten minste 3 uur loon per oproep lopen waardoor bepaalde tijdzones van werk elkaar overlappen en dus dubbel zijn.

Oordeel HR

De HR oordeelt dat de werknemer wiens arbeidsvoorwaarden voldoen aan de in art. 7:628a BW genoemde voorwaarden en die meerdere malen per dag wordt opgeroepen werk te verrichten, recht heeft op loon voor een periode van minimaal drie uur, over elke afzonderlijke periode van arbeid – afgezien van een onderbreking door een reguliere werkpauze – ook als dat leidt tot “dubbele” beloning over bepaalde tijdvakken. De tekst van art. 7:628a BW verzet zich, aldus de HR, niet tegen dubbele beloning. Dubbele beloning strookt bovendien met de beschermende strekking van de bepaling; compensatie voor onzekerheid van de arbeidsduur en de daaruit voortvloeiende inkomsten of over de tijden waarop arbeid moet worden verricht. Aldus wordt bevorderd dat de werkgever het werk zodanig inricht dat de werknemer niet meerdere malen per dag voor telkens een korte periode wordt opgeroepen, althans dat de werknemer daarvoor wordt gecompenseerd. Volgens de HR blijkt uit de gekozen systematiek dat de wetgever de gedachte dat de werknemer in die situaties meer loon ontvangt dan de (duur van de) arbeidsprestatie rechtvaardigt, heeft aanvaard.

Aandachtspunt voor de praktijk

Het oordeel van de HR benadrukt dat het, ter voorkoming van dubbele uitbetaling,  van belang is dat de werkgever en de werknemer, oproepkracht, de werktijden schriftelijk duidelijk vastleggen. Een werkgever kan er ook voor kiezen om met de oproepkracht een arbeidsovereenkomst voor meer dan 15 uur overeen te komen of oproepkrachten voor een aangesloten periode op te roepen. In dat geval wordt de wachttijd als werktijd aangemerkt.

 

Gepubliceerd jul. 2013
Geschreven door: Aernout Zappey